Een gebed van Habakuk, den profeet, op Sjigjonoth.
1. Dat is, op menigerlei rijmen-aard gesteld. De zin is, om te zingen op de wijze der zangen, die men schigjonoth noemt; zie Ps.7:1. Eenigen zetten het over voor de onbekende, of onwetende, dat is, om vergiffenis van God te verzoeken voor de zonden van het volk, welke het door onwetendheid begaan heeft. Maar dit behaagt anderen niet, omdat zulks in dezen psalm niet verhandeld wordt.